Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Uit] dezen dan waren oversten der [16]bestelden, die de koning Salomo had, [17]tweehonderd en vijftig, die over het volk heerschappij hadden. 16. Versta, degenen, die over de werklieden gesteld waren, om over hun doen en arbeiden opzicht te nemen. Het Hebreeuwse woord is ook van andere oversten gebruikt. Zie 1 Kon.4:5. Anders, bezettingen, of garnizoenen. 17. Zie 1 Kon.9:23.